Hoe ziet de toekomst eruit wat betreft ventilatiedebieten?
Dit artikel maakt deel uit van de Ronde Tafel Ventilatie in Schoolgebouwen
Plaats- en geluidsproblemen
Inbouwmogelijkheden: de prijzen per vierkante meter swingen de pan uit en daardoor moet alles op kleinere volumes worden ingebouwd. Plafondhoogtes worden lager, technische ruimtes kleiner …
Geluidsproblemen binnen én buiten: om in kleinere ruimtes alles in te bouwen is het soms onmogelijk om voldoende luchtverversing aan te houden. Systemen die beide opties integreren maken echter meer lawaai. Logisch, maar ook hier wordt een oplossing voor gevraagd. Zelfs luchtgroepen buiten worden als akoestisch storend ervaren.
Zelfs ‘landschapsvervuiling’: luchtgroepen buiten moeten aan het oog onttrokken worden. Bovendien is het grote volume van de groepen ook daar een doorn in het oog van veel ontwerpers én gebouweneigenaars. Want hierdoor kunnen ze minder zonnepanelen plaatsen. Waardoor de luchtgroepen moeten wijken naar onmogelijke plaatsen.
Ventilatie moet dus kleiner, onzichtbaar, geen geluid maken én worden gerealiseerd met een beperkt budget. Met die randvoorwaarden is het moeilijk een performant systeem te installeren.
Die evolutie lijkt zich trouwens alleen maar door te zullen zetten. Tijdens de corona-epidemie besprak een ‘expertenteam’ een systeem van ‘MET’-waarden. Een multiplicator die kan worden toegepast voor het bepalen van debieten met mensen onder bepaalde fysieke toestand. Voor een fitnessruimte komt dit bijvoorbeeld neer op een verdrievoudiging van de geëiste debieten … Onhaalbaar wat betreft budgetten en bovenstaande inbouwvereisten.
Daarom: hoe ziet dit expertenteam de debieten naar de toekomst wel of niet aangepast worden? Als de debieten omhoog moeten, moet er ook daadwerkelijk ruimte worden voorzien voor de luchtgroepen. Anders kunnen ze onmogelijk performant zijn én zorgen voor akoestisch comfort. Meteen zal ook het budget omhoog moeten. Op dit moment lijkt het vooral theorie, die ver weg staat van wat er in de praktijk mogelijk is.
De normen zijn niet doorgesproken met de sector. Het expertenteam is vooral samengesteld met vertegenwoordigers van tal van federaties. En weinig tot geen technisch onderlegde professionals. En zonder die ‘reality check’ kan je geen afdoend wetgevend kader uitwerken.
Maar misschien moeten we niet afwachten op een nieuw voorstel waarover we dan met z’n allen kunnen klagen. Als sector kunnen we zelf voorstellen uitwerken en die dan voorleggen aan de overheid. Zelf wegen op de besluitvorming. Agoria en Ventibel kunnen daarin zeker een rol spelen.
Wat met circulariteit en ventilatie-installaties?
Duurzame ventilatiekanalen en -toestellen zouden zich in principe snel moeten kunnen aanpassen aan een nieuwe bestemming. Bijvoorbeeld doordat het debiet snel en makkelijk aan te passen is aan de normen en vereisten van het gewijzigde gebruik. Of doordat het systeem snel en makkelijk demonteerbaar is en het gebouw zo snel een nieuw systeem krijgt. Terwijl het oude zonder probleem kan gebruikt worden op een andere locatie.
Maar onze experts zijn het er roerend over eens: circulaire ventilatie staat nog in zijn kinderschoenen. Dit is nu (nog) niet mogelijk. Echt circulair bouwen betekent immers meer dan puur recycleren. Er moet demontabel, flexibel en toekomstgericht ontworpen worden. In de toekomst zal toch moeten nagedacht worden over ventilatie die geleased wordt. Waar gebouwen beroep kunnen doen op een ventilatiesysteem op maat van de activiteit in het gebouw. Voor die circulaire oplossingen zal dus meteen de nodige ruimte moeten worden voorzien.