Nieuwbouw Juniorcampus WICO Pelt vormt schoolvoorbeeld van BIM
WICO (wat staat voor ‘Waardevol, Innoverend, Creatief en Open minded’ en met als slogan “Ontdek jezelf, verover de wereld”) voerde een herstructurering door en koos hierbij voor één eerstegraadsschool (de Juniorcampus) en twee domeinscholen in Overpelt en Neerpelt. De Juniorcampus biedt een A- en een B-stroom aan en telde vorig schooljaar 766 leerlingen, 46 klassen, 110 leerkrachten en een tiental secretariaatsmedewerkers. In Overpelt werd de restauratie van het Ursulinenklooster, waar heel lang paviljoenen van de Wereldtentoonstelling stonden, beëindigd en werden een nieuwe bovenverdieping en achteraan een nieuwbouw neergezet. De campus Neerpelt in de Stationsstraat werd op 5 mei 2023 officieel geopend.
WICO vzw uit Pelt fungeerde als bouwheer van de Juniorcampus, CLVR architecten (voorheen Q-BUS Architectenbureau) uit Lummen als architect en Willemen Construct uit Mechelen als hoofdaannemer. CLVR ontwierp een overkoepelend masterplan om de uitbreiding zo goed mogelijk in te passen. Het verwijderde een oude traphal en schoof een nieuw volume tussen het bestaande college en de dertig jaar oude sporthal die nieuw sanitair en nieuwe kleedkamers kreeg, zodat dit historische gebouw nog prominenter in het oog springt. De centraal gelegen traphal verbindt het oudere met het nieuwe gedeelte. “We hebben het nieuwe balkvolume verschoven op de plaats waar de sporthal en bestaande gebouwen met elkaar verbonden waren en door het spel van de niveaus toegankelijk gemaakt”, verduidelijken Jens Roziers en Dirk Driesmans, respectievelijk projectarchitect en bestuurder bij CLVR architecten uit Lummen.
Het Sint-Hubertuscollege in Neerpelt werd in 1910 opgetrokken. In 2009 werd het voorste gedeelte van het gebouw inclusief de neogotische kapel met grote glasramen beschermd als monument. Aan de achterkant verdwenen enkele aangebouwde delen voor het nieuwe balkvolume tussen het bestaande college en de sporthal. Om oud en nieuw harmonisch in elkaar te laten overgaan kreeg het historische gebouw in een tweede fase een groene speelplaats. Vier leslokalen werden aansluitend op het bestaande gebouw gerenoveerd. Andere geplande werken waren de sloop van een gebouwdeel om de speelplaats te vergroten en de restauratie van de buitenschil van het vroegere kloostergebouw.
Steenstrips
De nieuwe speelplaats werd mooi ingekapseld en de afzonderlijke ingangen voor leerlingen, docenten en tot de sporthal met zijn lichtstraat garanderen een vlottere circulatie. De bredere gangen dan de norm zorgen bovendien voor rust en meer leefkwaliteit. Het compacte gebouw omvat twee basisvolumes: een balk met drie verdiepingen en twee gelijkvloerse uitbouwen met o.m. de eetzaal. Het gelijkvloers huisvest alle publieke functies en grenst aan een overdekte speelplaats. De vliesgevels en een enorme traphal met grote lichtstraten scheppen een riant ruimtegevoel, terwijl de ietwat meer gesloten bovenverdiepingen dan weer minder contact zoeken met de omgeving. Lichte steenstrips aan de buitenkant, fijne kleurtoetsen en verticale zwarte ramen doen de gevel tegelijk strak en speels ogen. Het gebouw bekoort door zijn hedendaagse vormgeving en maakt enkele leuke architecturale knipoogjes naar de bestaande onderwijsinfrastructuur.
Het complex werd ontworpen als een geraamte in prefabbeton en vervolledigd met enkele invulwanden met betonblokken in zichtmetselwerk. Zo werden ter hoogte van de kleedkamers betonblokken gemetseld. De ruimte werd hoofdzakelijk ingedeeld met niet-dragende gyprocwanden, die voldoende flexibiliteit bieden bij eventuele aanpassingen. De technieklokalen, werkruimtes en ateliers hebben polybetonvloeren, elders liggen rubbervloeren. Beigegrijze steenstrips en deels oranjerode en grijze vezelcementplaten op het gelijkvloers bedekken de gevel, waarmee het zwarte aluminium schrijnwerk en de bijhorende aluminiumplaten voor een deugddoend contrast zorgen. Aan de overdekte speelplaats steunt het balkvolume op palen en werden een oranje polybetonvloer en oranje tussenwanden voorzien. De oranje elementen sluiten mooi aan bij het historische gebouw, de grijstinten verwijzen naar de sporthal. De gelijkvloerse uitbouwen hebben een groendak en een terras dat aansluit op de leraarskamer. Op het dak van het balkvolume liggen zonnepanelen.
Alle bouwpartners (architect, aannemer, studiebureaus, neven- en onderaannemers, …) stopten alle informatie voor dit project in één 3D-model, wat de doorlooptijd van het bouwtraject erg kort en intensief maakte. “We passen BIM al sedert 2016 steevast toe in onze projecten en merkten dat het ook hier het uitvoeringsproces optimaliseerde. Dit was trouwens een pilootproject van AGION om de meerwaarde van BIM in te schatten; het subsidieerde dit project en op hun website zie je zelfs een afbeelding van ons gebouw. Het project werd door ons volledig in BIM uitgewerkt en het 3D-model werd door de aannemer overgenomen tijdens de uitvoering. Het is gebruikt tot en met de oplevering, ook voor de technieken. Het BIM-model werd gehanteerd in de communicatie en de calculatie, er heerste volledige transparantie over de prijzen en er was heel weinig discussie over berekeningen en zelfs niet over hoeveelheden. De eindafrekening bleef zelfs onder de oorspronkelijke kostprijsraming”, benadrukken de architecten.
“Deze vlotte BIM-samenwerking vergemakkelijkte danig ons werk – we konden de precieze hoeveelheden simpelweg afleiden uit het BIM-model – en liet ons toe om verregaande clashcontroles uit te voeren, zodat we mogelijke problemen reeds vóór de bouwwerf konden oplossen. Vermits alle partners in het volste vertrouwen met elkaar samenwerkten, werden planwijzigingen vlot opgelost en verliepen de werkzaamheden gesmeerd”, beaamt Mario Eurlings, senior projectleider bij Willemen Construct.
“Dit compact volume nestelde zich in de bestaande site. Het gebouw bevat op het gelijkvloers vooral refters/flexruimtes met een kitchenette die afsluitbaar is met (mobiele) wanden en publieke functies. Daarboven bevinden zich klaslokalen en TO-lokalen (technisch onderwijs). De structuur maakt een flexibele invulling mogelijk. De basisstructuur omvat betonnen kolommen en dikke breedvloerplaten, nagenoeg zonder onderuithangende balken, waardoor de trajecten van de technieken vrij eenvoudig zijn. Het binnenblad van de gevels is uitgevoerd in geprefabriceerde betonnen elementen, met de gladde zijde gericht naar de binnenkant. Hierop werden thermische isolatie in xps (geëxtrudeerd polystyreen) van 14 cm en op bepaalde plaatsen zelfs 16 cm dik en (bak)steenstrips aangebracht om koudebruggen te vermijden. Vooral omwille van financiële overwegingen werd er grotendeels gewerkt volgens het principe ruwbouw = afbouw, een ander deel werd vrij traditioneel afgewerkt. Behalve een aantal volle betonwanden die noodzakelijk zijn voor de horizontale stabiliteit en stijfheid van het gebouw - omdat we rekening moesten houden met aardbevingsgevoeligheden bouwden we horizontale stijfheden in in het gebouw, dat ook goed bestand is tegen de wind - zijn de meeste tussenwanden dus in gipskarton om niet-ingrijpende aanpassingen op het vlak van verdeling en gebruik te vergemakkelijken. Er werd gekozen voor een ventilatiesysteem D met hygroscopisch warmtewiel dat de luchtvochtigheid beter monitort en met nakoeling en -verwarming door een warmtepomp, lagetemperatuurverwarming met convectoren en dimbare ledverlichting”, melden de architecten.
Corona
Ze beklemtonen dat dit project zonder corona in ongeveer twee jaar tussen de start van het ontwerp en de oplevering zou gerealiseerd geweest zijn. “Op 6 maart 2018 zijn we begonnen met de ontwerpstudie, op 28 november 2018 werd de hoofdaannemer toegewezen en op 4 maart 2019 is de bouwwerf gestart met de afbraakwerken. Op 22 juni 2019 vond de officiële eerstesteenlegging van WICO campus Pelt plaats en in augustus is Willemen Construct begonnen. Aan de kelder is veel werk geweest, maar de werfplanning zat in februari 2020 nog op schema om tegen eind april 2020 op te leveren. Door de stopzetting van de werkzaamheden in maart 2020 en de vertraagde heropstart in mei 2020 met een lagere bezetting door social distancing werd de oplevering echter naar eind juni 2020 verdaagd en op 1 september 2020 is de school opengegaan. De oorspronkelijke raming door CLVR architecten bedroeg € 7.361.679, maar net vóór de aanbesteding werd het streefbudget door de opdrachtgever bepaald op € 7.200.000”, klinkt het.
“Het bestelbedrag was iets lager, o.a. door een gunstige offerte en omdat enkele opties niet werden behouden. Tijdens de uitvoering ontstonden een aantal verrekeningen ten gevolge van een andere situatie van de bestaande riolering dan voorzien, aanpassingen aan de bestaande sporthal waartegen de nieuwbouw aansluit en enkele gewijzigde afwerkingen. Bovendien werden voor ongeveer € 100.000 werkzaamheden bij gevraagd door de opdrachtgever (extra stopplaats lift, extra elektrische voorzieningen, demotafels, een hoger afwerkingsniveau voor het deel in het bestaande gebouw, …). De uiteindelijke kostprijs was € 7.227.534 exclusief BTW, inclusief € 100.000 omgevingsaanleg. Dat geeft een bouwkost van slechts € 1.142 per m². Dit project vormde een leerproces, waarbij een visiewijziging plaatsvond over de inrichting van de lokalen”, weten Jens Roziers en Dirk Driesmans.
Volgens hen is de vertraging echt louter en alleen te wijten aan de pandemie. “We hebben vier maanden problemen gehad: de werkzaamheden zijn zes weken stilgelegd en daarna heropgestart met een beperkte activiteit. Zo liepen de elektriciteitswerken vertraging op door Covid-19, maar in zes tot acht weken werd alles goed gemaakt. Daarnaast zorgde het werken met nevenaannemers, die moesten ingepast worden in het schema van de hoofdaannemer, soms ook wel voor problemen. Zo moest het polybeton geplaatst worden toen de ramen er nog niet stonden, waardoor dat zes weken lang in plastic ingepakt is gebleven. Dankzij een hechte samenwerking hebben we gelukkig echter veel kunnen oplossen. We hanteerden een strak schema, zeker na augustus, en liepen een inhaalrace”, luidt het.
Alle klaslokalen werden heel degelijk en duurzaam afgewerkt met natuurlijke materialen als hout, rubber en beton. Onder het polybeton werd een rubberlaag van 4 cm aangebracht om het contactgeluid te dempen. De aluminium ramen hebben dubbel glas. De dakbedekking is in tpo (thermoplastische poly-olefine op basis van polyethyleen). Heel het gebouw heeft zonnewering met screens. Er hangt een goeie akoestiek in de ateliers met hun houtwolcementen plafonds en de klassen met hun akoestische plafonds. In de studiezalen is ook met akoestische plafonds gewerkt. De lokalen zijn uitgerust met whiteboard en beamer, een wifi netwerk en gestuurde automatische ledverlichting. De ventilatie is CO2-gestuurd.
Kelder
Enkele verrassende kleuren zorgen binnen voor een speelse toets. Het gebouw is bovendien centraal onderkelderd, o.a. om er de lift te laten toekomen. De 150 m² grote kelder is opgevat als een werkruimte met machines voor lassen, schrijnwerk en elektriciteit en beschikt tevens over een klein kantoortje. De aangrenzende oude fietskelder wordt deels gebruikt als opslagruimte.
Het gelijkvloers omvat twee studiezalen, eetzalen, grote polyvalente ruimtes waarbij met schuifpanelen van één ruimte drie ruimtes kunnen gemaakt worden, leerlingensanitair, een kleedkamer (eigenlijk van de sporthal), een lokaal van toezichters en twee bergingen. Er is ook ruimte voor drie trappen en een grote overdekte speelplaats (het Rode Plein). Op de tussenverdieping tussen het gelijkvloers en +1, het niveau van de bestaande campus, bevindt zich het leerlingensecretariaat met een balie in de oude bouw die werd gerenoveerd; die oude bouw verspringt anders dan de nieuwbouw. Op de eerste verdieping situeren zich een leraarskamer, een terras en een stille werkruimte.
“Op de eerste, tweede en derde verdieping liggen aan de ene kant allemaal STEM-lokalen (eigenlijk ateliers) en aan de andere kant klassen, soms labo’s en vaklokalen; op de eerste verdieping zijn ook kleedkamers voorzien. De eerste verdieping herbergt aan de ene kant vier ateliers met een stofafzuiging (perslucht), aan de andere kant een leraarskamer en klassen. Vanuit de nieuwbouw hebben we ook een tribune gemaakt naar de sporthal met drie kleedkamers, die een contract heeft met de gemeente; we willen immers een open school zijn, vooral voor handbal, en ze buiten de schooluren openstellen voor derden door bepaalde deuren af te sluiten. Op de tweede en derde verdieping bevinden zich klassieke klaslokalen, met elkaar verbonden door een tussendeur omdat we willen inzetten op differentiatie en groepen parallel willen kunnen zetten. Op elke verdieping is er een poetshok en sanitair voor de leerlingen. Er zijn ook voldoende demonstratietafels voorzien”, verklaren Lieve Lemmens (locatiedirecteur WICO Juniorcampus), Ir. arch. Marc Vaesen (projectleider WICO) en Theo Schildermans, verantwoordelijk voor het onderhoud van de schoolgebouwen.
Er zijn dus telkens vier ateliers met daartussen telkens een tussenruimte. Boven de speelplaats situeren zich de drie verdiepingen met ateliers. Op het dak bevinden zich luchtgroepen en zonnepanelen. Twee heel grote Velux-dakkoepels, zichtbaar vanuit de traphal, laten verkwikkend veel daglicht binnenstromen. De opstaande dakrand is veilig voor het onderhoud en is ook bereikbaar via een koepel. Boven de eerste verdieping en de refter ligt een groendak met een terras voor de leerkrachten. Die laatsten beschikken tevens over werkruimtes met lockers.